Inzichten uit onderzoek: Hoe beleven (aankomende) studenten de voorbereiding op studeren?

Hoe bereiden (aankomend) studenten zich voor op een studie? Hoe ervaren ze dat en het contact met de overheid dat ze daarbij hebben? Deze vragen stonden centraal in het onderzoek: Hoe beleven (aankomende) studenten de voorbereiding op studeren? In deze factsheet lees je de belangrijkste inzichten.

Doel onderzoek

  • Inzicht in welke stappen (aankomende) studenten nemen als ze gaan studeren, en hoe ze deze, en de contacten die ze daarbij hebben met (overheids)instanties, ervaren;
  • In kaart brengen van de overheidsbrede klantreis van (aankomende) studenten.

(Aankomende) studenten hebben vertrouwen in voorbereiding studie

De reis van een (aankomende) student kent twee fases: oriënteren op de studiekeuze, gevolgd door het inschrijven bij de opleiding en het regelwerk dat daarbij hoort. (Aankomende) studenten beleven deze twee fases positief. Ze doorstaan ze zorgeloos en hebben vertrouwen dat zij de zaken omtrent het gaan studeren goed kunnen regelen. Tijdens het oriënteren is de (aankomende) student zelf de regisseur van de stappen die worden gezet (uitzoeken, open dagen, keuzetest, kiezen, etc.). In fase twee gaan ouders of begeleiders een grotere rol spelen. Dit verschilt wel per (aankomende) student: (aankomende) studenten die alles overlaten aan de ouders, waaronder ook (aankomende) studenten uit het praktijkonderwijs (al dan niet noodgedwongen), tot aan de (aankomende) student met een mantelzorgtaak die tot het einde van de reis de touwtjes helemaal in eigen handen heeft en alles zelf (moet) regelen.

Google is vertrekpunt, en daarna zien (aankomende) studenten het wel of het goed gaat

Informatiebehoeften worden beantwoord via Google en de (websites van de) onderwijsinstellingen (middelbaar en vervolgopleiding) en vrienden. Voorbereidingen spelen zich vooral online af. Google is in de ogen van de (aankomende) student het vertrekpunt, vanuit daar verwachten ze door­ verwezen te worden naar relevante websites. Zij maken zich over het algemeen niet druk of alles wel goed is aangevraagd of ingevuld (bijvoorbeeld in Studielink). Zo niet, dan verwacht de (aankomende) student een bericht te krijgen van ‘het systeem’ dat een actie ondernomen dient te worden.

Maar ze hebben geen overzicht op het geheel

Zoals passend bij hun leeftijd, kijken (aankomende) studenten nauwelijks vooruit, en plannen weinig. In retrospect realiseren ze zich dat ze weinig overzicht hebben over wat ze moeten regelen rond hun studie, en wat ze wel of niet geregeld hebben. Desgevraagd biedt een overzicht over wat er allemaal rond een studie geregeld moet worden aan (aankomende) studenten meer zekerheid. Aan ouders, die veelal betrokken zijn bij de voorbereidingen, kan een dergelijk online overzicht een handvat bieden om hun volwassen wordende kind meer zelfstandigheid bij te brengen: een leidraad voor de aankomend student om zelf de voorbereidingen te kunnen treffen. Bestaande overzichten (het persoonlijk overzicht op rijksoverheid.nl en de brief/folder van ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) worden gewaardeerd maar zijn veelal niet bekend. Desgevraagd is de Rijksoverheid in de ogen van de (aankomende) studenten een betrouwbare bron voor een dergelijk overzicht.

Verschillen bij bijzondere doelgroepen

(Aankomende) studenten uit het praktijkonderwijs (of de ouders van deze studenten), worden bij hun oriëntatie op de overstap naar een MBO-opleiding veelal aan de hand genomen door de scholen. Externe informatievoorziening en/of dienstverlening worden beperkt pro-actief onder de aandacht gebracht door de studiebegeleider of mentor van de school. De relevantie van andere bronnen is in de ogen van deze (aankomende) studenten en/of hun ouders veelal beperkt of te ingewikkeld om door de (aankomende) student zelf te doorlopen (en daarom nemen ouders de verdere voorbereiding vaak uit handen).

(Aankomende) studenten met een mantelzorgtaak* en studenten met een functiebeperking kunnen meer voorzieningen gebruiken. Ze denken dan zelf aan meer tijd, uitstel van examens/extra herkansingen. Voor (aankomende) studenten met een mantelzorgtaak is het bezoeken van open dagen van meerdere onderwijsinstellingen bijvoorbeeld vaak niet haalbaar. Het zit echter niet in de aard van deze (aankomende) studenten om actie te ondernemen, en ze vragen pas hulp als de nood hoog is. De zelfredzaamheid is over het algemeen hoog. Het past ook niet bij hen om hun ‘bijzonderheid’ te formaliseren, bijvoorbeeld door bewijs in te dienen van de beperking of mantelzorgtaak, om zo op een later moment eventueel aanspraak te kunnen maken op extra studietijd. Verder is de kennis van deze (aankomende) studenten over mogelijke extra voorzieningen (bijvoorbeeld via het profileringsfonds) beperkt; en de huidige terminologie (zoals: bijzondere voorzieningen, handicap, beperkingen) zorgt er ook voor dat zij zich beperkt aangesproken voelen.

Voor een goede ondersteuning bij het studiekeuzeproces is het ook onder meer van belang dat decanen van middelbare scholen weten welke leerlingen een zorgtaak hebben. Dit is echter vaak niet bekend bij hen. Mogelijke factoren die een rol spelen zijn schaamte, geen hulp willen vragen, ontkenning (of het zelf niet door hebben dat ze mantelzorger zijn) en zelfbescherming (geen ‘medelijden’ willen).

* Deze paragraaf is mede gebaseerd op onderzoek van studenten van de Universiteit Utrecht in opdracht van het programma Mens Centraal. Zij hebben de rol van administratieve lasten in het studiekeuzeproces van jonge mantelzorgers onderzocht. Zij hebben daartoe interviews gehouden met verschillende professionals: vijf decanen van middelbare scholen, een mentor, een zorgcoördinator, een selectie-expert en drie mantelzorgconsulenten. Ook zijn er twee interviews met jonge mantelzorgers gehouden. Daarnaast is er een documentanalyse gedaan, en gebruik gemaakt van observaties.

Student centraal?

Over het algemeen lijken (aankomende) studenten hun weg te vinden en de voorbereidingen op studeren worden zonder grote problemen/knelpunten volbracht. Maar de (aankomende) student staat nog niet altijd centraal in de informatie en dienstverlening van de overheid. Zo is het wenselijk dat de informatie en dienstverlening meer op maat is (persoonlijker en meer toegesneden op doelgroepen die steun kunnen gebruiken); een aansprekende vorm heeft; op het juiste moment wordt aangeboden (niet te vroeg, want dan doen aankomende studenten er niets mee); meer inzicht en overzicht geeft. Dit zodat de (aankomende) student daadwerkelijk centraal komt te staan in de informatie en dienstverlening als het gaat om het voorbereiden op studeren.

Onderzoeksverantwoording

Meer informatie

Neem voor meer informatie contact op met Mariken Joustra m.joustra@minaz.nl.