Inzichten uit onderzoek onder ondernemers

In 2020 hebben we onderzocht wat er speelt bij ondernemers die overwegen om te stoppen met hun onderneming. Tegen welke problemen lopen zij aan? Wanneer besluit je als ondernemer echt te stoppen? En waar krijg je mee te maken? Het onderzoek moest inzicht geven in hoe wij als overheid onze dienstverlening hierop kunnen aanpassen. Het onderzoek leverde de volgende inzichten op:

  • Ondernemers zijn van nature positief ingesteld. Ze doen er alles aan om door te kunnen gaan met hun onderneming. Achteraf geven veel ondernemers aan dat ze vaak (te) lang wachten voordat ze de knoop doorhakken en besluiten te stoppen. 
  • Ondernemers kunnen overspoeld worden door emoties: van schaamte en verdriet tot opluchting. Dit kan fysieke en mentale uitputting met zich meebrengen. En soms een loyaliteitsconflict. Ze wíllen wel stoppen, maar willen tegelijkertijd hun personeel niet in de steek laten. 
  • Ondernemers hebben vaak geen goed zicht op het proces dat doorlopen moet worden als hun onderneming stopt. Ondernemers die stoppen moeten meerdere  stappen doorlopen bij verschillende overheidsorganisaties. Voor lang niet al ondernemers is dit duidelijk. 
  • Veel ondernemers vinden het lastig om de weg te vinden naar hulp en oplossingen. Daarbij willen ze op een passende en respectvolle manier behandeld worden. 
  • Sommige ondernemers eindigen met een (vaak forse) schuld. Een faillissement, schuldsanering of een uitkering aanvragen zijn daarbij geen uitzondering.

"Je twijfelt eerst, je hebt ook personeel waar je je verantwoordelijk voor voelt; maar op een gegeven moment kan het niet anders."

Nieuwe ontwikkelingen

In 2022 zagen we dat veel ondernemers het sinds 2020 steeds zwaarder hadden. Vooral door de effecten van Covid-19. Daar bovenop kwam de oorlog in de Oekraïne met de energiecrisis en de enorme inflatie als gevolg. De eigenvermogensposities van veel bedrijven verslechterde en veel ondernemers bouwden flinke schulden en betalingsachterstanden op. Wat betekenen deze nieuwe ontwikkelingen voor de behoefte van de ondernemer die wil stoppen? En voor de dienstverlening vanuit de overheid?

Om dit beter in beeld te krijgen, startten we in 2022 een verdiepend klantreisonderzoek naar ‘Ondernemers met problematische schulden’. Hoe kunnen we ondernemers met problematische schulden in staat stellen om op een passende en vloeiende manier terug te betalen? Hoe kunnen zij de juiste steun krijgen om het bedrijf weer gezond te krijgen? Of welke steun hebben ze nodig om gecontroleerd te stoppen?

Deze klantreis stelde de betrokken overheidsorganisaties in staat om de communicatie, diensten en processen rondom schulden en terugbetalen beter te ontwerpen vanuit de behoefte van de ondernemer.

Deze verkenning leverde de navolgende inzichten op:

Het verloop van schulden van klein naar problematisch ontstaat op veel manieren

De ondernemer doorgaat verschillende fases voordat de schulden problematisch blijken te zijn. Het is volgens ondernemers vaak ‘een samenloop van omstandigheden’ en ‘een geleidelijk proces met steeds een stapje extra’. 

"Toen de belasting [na de coronasteun] liet weten dat de terugbetaling eraan kwam, wist ik dat ik in de problemen zat."

Ondernemers proberen zo lang mogelijk zelf de situatie op te lossen

De manier waarop ondernemers ingrijpen varieert van kleine tot grote ingrepen. Vaak vragen ze uitstel van betaling aan of maken betaalafspraken. Ook gaan ze op zoek naar (her)financiering. Om uit de schulden te komen, nemen ondernemers regelmatig een extra baan erbij. Een laatste (pittige) maatregel die ondernemers nemen om van hun schulden af te komen is interen op hun spaargeld. Weinig ondernemers benoemen ingrepen in de bedrijfsvoering  als een manier om uit de schulden te komen. 

"Je gaat in de overlevingsmodus om te kijken wat er nog mogelijk is."

Er zijn verschillende factoren die tijdig ingrijpen belemmeren 

We zien hierbij een aantal duidelijke trends: 

  • Ondernemers hebben sterk het gevoel dat ze hun eigen boontjes moeten doppen.  
  • Veel ondernemers staan sceptisch tegenover schuldhulp. 
  • Ondernemers zijn vaak trots op hun bedrijf en zien om schuldhulp vragen als persoonlijk falen.  
  • Ondernemers zijn druk in de weer om hun hoofd boven water houden en hebben/maken geen tijd (vrij) om hulp te zoeken. 
  • Ondernemers doen vaak belemmerende aannames. Bijvoorbeeld dat er voor hun specifieke situatie geen goede hulp beschikbaar is. 
  • Er zijn ook ondernemers die simpelweg niet weten hoe ze moeten ingrijpen.  

"Ik kijk rond, maar ik heb geen idee bij wie ik terecht zou kunnen."

Ondernemers zijn vaak onbekend met beschikbare schuldhulporganisaties 

Veel ondernemers geven aan geen idee te hebben van de hulp die voor hen beschikbaar is. Ze gaan hier ook niet naar op zoek. Het proces van bewustwording, signalering, zelfstandig ingrijpen en inschakelen van hulp verloopt niet altijd gemakkelijk. Ondernemers geven aan in cirkels te denken. Ze vallen terug op partijen waar ze mee te maken hebben. Bijvoorbeeld van de accountant naar de bank en weer terug. Ze zoeken niet snel ergens anders hulp. Opvallend is dat relatief weinig ondernemers bij de gemeente terechtkomen. 

Ondernemers maken geen onderscheid tussen de overheid als schuldeiser en als schuldhulporganisatie 

Daarbovenop komt nog de politiek. Bij onderwerpen zoals inflatie, stikstof, gasprijzen, etc. voelen ondernemers zich niet gehoord door de politiek in Den Haag. Deze perceptie beïnvloedt hoe ondernemers kijken naar de overheid als schuldhulporganisatie. 

"Ik voel mij aangeschoten wild als zzp’er."

Achteraf weten ze vaak wel wat ze (anders) hadden kunnen doen 

Achteraf zouden ondernemers die te maken kregen met schulden een aantal dingen anders doen. Zo gaven ondernemers aan:

  • Dat ze hun problemen te lang voor zich hebben gehouden.  
  • Eerder hulp zouden zoeken bij de accountant of bij schuldhulporganisaties.  
  • Hun trots opzij zouden zetten. 
  • Eerder bedrijfskundige keuzes nemen (bijvoorbeeld kiezen om geen extra lening te nemen). 
  • Eerder stoppen met de onderneming. 

"Ik zou eerder stoppen met de onderneming, dan zouden de schulden niet zijn opgebouwd."